Ach ja, die esthetische eigenschappen van kunstwerken. Is dat eigenlijk niet iets van eeeeuwen geleden? Zo lijkt het wel soms. Zeker als je esthetische kenmerken zoekt in de hedendaagse kunst, zoals performances, installaties, gevonden voorwerpen enzovoort, door deze kunst te vergelijken met de esthetische context van een schilderij als De bewening van Christus (zie afbeelding in aflevering 58), of met werken uit de eeuwen erna, zoals postimpressionistische werken uit 1910 of werken die bij de moderne kunst horen.
Moet je je bezighouden met een bepaalde esthetische context om hedendaagse kunst te kunnen waarderen? Past een context met esthetische kwaliteiten bij hedendaagse kunst? Is het wel relevant om op zoek te gaan naar esthetische kenmerken als het gaat om het waarderen van hedendaagse kunst?
Benjamin R. Tilghman heeft een mooi citaat in zijn boekje But is it Art? (1987, p. 82), namelijk dat Marcel Duchamp over zijn readymades zei: ‘I had to be careful to avoid the ‘look’ [of being art]’.
Pardon? Je doet je uiterste best om welk esthetisch kenmerk dan ook te vermijden?
Inderdaad. Zo blijkt. Duchamp ontdekte dat het heel moeilijk was om een object te kiezen, omdat hij het na twee weken óf geweldig vond óf helemaal niks (‘love it or hate it’). Hij probeerde juist zo onverschillig mogelijk te zijn, zonder welk esthetisch gevoel dan ook. De keuze van de voorwerpen moest voor hem altijd gefundeerd zijn op visuele onverschilligheid en een totaal gebrek aan goede of slechte smaak.
Tilghman noemt dit streven van Duchamp naar het ontbreken van esthetisch gevoel exemplarisch voor de hardnekkige overtuiging dat je kunst kunt loskoppelen van alle esthetische overwegingen.
Zijn er redenen voor dit radicale onderscheid tussen kunst en esthetiek? Tilghman weet er wel een paar.