Het feminisme is niet zozeer antimodernisme (zie ook aflevering 591), schrijft Griselda Pollock, het is meer postmodernisme.
Het feminisme maakt deel uit van een complex veld van diverse en kritische praktijken. Het zijn praktijken die afstand nemen van het typische modernistische formalisme (de gerichtheid op uiterlijke verschijningsvorm als compositie, kleur, licht, ruimte, gebruikte materialen) en aanspraken op esthetische autonomie.*
In het postmodernisme is er een algemeen zoeken naar manieren om kunst op kritische wijze te combineren met het sociale, ervaringsgerichte en het alledaagse spektakel van het moderne consumentenkapitalisme. Maar voordat Pollock hier verder op ingaat, wil ze eerst duidelijk hebben wat precies de betekenis kan zijn van de term modernisme, want dat is nog niet zo eenduidig.*
Voor kunstenaars is modernisme een bepaalde soort schilder- en beeldhouwkunst, vooral abstract werk dat is gebaseerd op en wordt toegelicht door de formalistische kritiek van Clement Greenberg (1909-1994) en zijn volgelingen (zie ook de afleveringen 372-375).*
Deze critici beweren dat wat de ene kunst van de andere onderscheidt, in wezen het medium is, en dat de vooruitgang van die kunst een geleidelijke zuivering van elke kunstvorm moet zijn.*
Dit betekent een afwijzing van de verhalende en literaire inhoud, of de illusionistische ruimte (het perspectief en andere optische illusies) in de kunst. Maar het betekent ook een groeiende bezorgdheid over de eigenschappen van het medium en de tweedimensionaliteit van het geschilderde oppervlak.*
In een breder perspectief is het modernisme een interpretatiesysteem. Werken van schilders als Picasso, Matisse en Pollock, de vernieuwingen in stijl en de reacties daarop (kubisme, abstract expressionisme enzovoort) worden geïnterpreteerd en omgeven door theorieën, kritieken en een kunstgeschiedenis. Het modernisme wordt dus gezien als veel meer dan een bepaalde stijl of een kritische theorie.*
Modernisme is een instituut dat bestaat uit en wordt verwezenlijkt in een serie praktijken – schilderkunst, beeldhouwkunst, kunstkritieken schrijven, tentoonstellingen recenseren, marketing van foto’s en carrières, lezingen over cursussen kunstgeschiedenis, kunst verzamelen enzovoort. Deze praktijken verspreiden een ideologie voor het maken, consumeren en bekrachtigen van kunst.*
*Uit: Griselda Pollock, II Feminism and Modernism. In: Framing Feminism, Art and the Women’s Movement 1970-85. Eds. Roszika Parker en Griselda Pollock, Pandora Press, Londen, 1987, pp.79-119.