In aflevering 603 was ik gebleven bij het derde punt van Griselda Pollock: seksualiteit, waarbij ze verwees naar het artikel The body politic: female sexuality and women artists since 1970 van Lisa Tickner (zie de bespreking van dit artikel in de afleveringen 603-623).
Het was eind jaren 1960 en begin 1970 dat het feminisme het punt seksualiteit op de agenda zette en vrijheidsgezinde discussies over seksualiteit toenamen, terwijl kunstenaars (v) opgezadeld werden met een dubbele taak: een eigen beeldtaal ontwikkelen en proberen al die dominante beelden van de vrouw als seksobject in de kunst en massamedia om te smelten tot een alternatieve, positieve, niet-seksuele of nieuwe seksuele beeldtaal voor vrouwen.*
Het probleem is niet zozeer dat mannen en vrouwen van elkaar verschillen, maar dat verschil op politiek en ideologisch niveau in de samenleving is ingeprent. Om de alternatieve, positieve, niet-seksuele of nieuwe seksuele beeldtaal te kunnen begrijpen, is niet alleen een ander bewustzijn nodig, maar ook een andere strategie bij het maken van een kunstwerk in relatie tot de sociale ruimte binnen en buiten het beeld.*
Het gaat om betekenissen, een gevecht tegen dominante en gevestigde betekenissystemen en het zeker stellen van bepaalde posities en kenmerken.*
En hiermee sluit ik het artikel van Pollock af, maar ook het boek Framing Feminism, Art and the Women’s Movement 1970-85 dat tot stand is gekomen onder redactie van Rozsika Parker (1945-2010) en Griselda Pollock (1949). Mijn belofte in aflevering 336 dat ik het boek van voor tot achter zou gaan doorploegen, alle 360 pagina’s lang, is ingelost 🙂
Tijd om de volgende stap te maken richting de huidige tijd.
*Uit: Griselda Pollock, II Feminism and Modernism. In: Framing Feminism, Art and the Women’s Movement 1970-85. Eds. Roszika Parker en Griselda Pollock, Pandora Press, Londen, 1987, pp.79-119.