Afbeelding gevonden bij Curiosity Club.
De dringende boodschap uit het verleden aan vrouwen is helder: houd je kop en stel je leven in dienst van anderen (zie afleveringen 655-656). Al mag de jongedame van Mrs. Ellis best schilderen, omdat dit een onmiddellijk voordeel heeft (zie aflevering 656).
Wat is dat voordeel dan?
Het maakt geen herrie! De musicerende jongedame is niet stil en stoort zo anderen! Nee, dan tekenen en schilderen. Het is kalm, rustig en stilletjes. Het biedt de geest wat afleiding van vele zorgen. Het helpt om het piekeren over jezelf te stoppen en ‘om die algemene opgewektheid te behouden die deel uitmaakt van de sociale en huishoudelijke plicht’. En, last but not least, je kunt er hartstikke gemakkelijk mee stoppen als je om wat voor reden dan ook gestoord wordt in je creatieve bezigheden en er voor anderen moet zijn. Pak je het later gewoon weer op, ‘without serious loss’.*
Je mag dus best iets voor jezelf doen, als het je maar totaal geen ernst is, als je beslist niet enige serieuze inzet, concentratie en ambitie toont. Louter ‘spielerei’ prima, maar verder niets. De boodschap van Mrs. Ellis, ofwel de sociale druk op vrouwen om anderen op de eerste plaats te stellen en zichzelf weg te cijferen, is er nog steeds. Het wordt misschien niet meer zo helder geformuleerd, maar het ettert gewoon ondergronds door. Zelfs al ga je onze huidige tijd voor je carrière op wat voor gebied dan ook, er is altijd op de achtergrond dat idee aanwezig dat je liefde, gezin, familie op de eerste plaats moet stellen.
Linda Nochlin komt met nog wat voorbeelden uit de jaren 1970 om te laten zien dat Mrs. Ellis’ boodschap nog lang niet dood is en concludeert: ‘Toen en nu, ondanks de grotere ‘tolerantie’ van mannen, lijkt de keuze voor vrouwen altijd het huwelijk of een carrière, met andere woorden eenzaamheid als de prijs voor succes of seks en gezelschap voor de prijs van professionele zelfverloochening.*
Als je iets wilt bereiken, in de kunst of op enig ander gebied, dan vraagt dat zeker strijd en offers, van vrouwen én mannen. De grote mannelijke kunstenaars – denk aan Delacroix, Courbet, Degas, Van Gogh, Toulouse-Lautrec, aldus Nochlin – hebben ook afgezien van een gezinsleven met haar afleidingen en verplichtingen, in ieder geval deels, om zich uitsluitend op hun carrières te richten.*
Oké, dus wat is dan het verschil tussen mannen en vrouwen volgens Nochlin?
Nou, de mannen hoefden niet de genoegens van seks en gezelschap op te geven, noch hebben ze ooit het idee meegekregen dat ze hun mannelijkheid of seksuele rol opofferden door hun eigenzinnige gerichtheid op professionele vervulling. De kunstenaar die toevallig vrouw was daarentegen moest dealen met ‘duizend jaar aan schuld, zelftwijfel, en de toestand van een object zijn (objecthood)’.*
Een vrouw die wat wil bereiken, zo sluit Nochlin haar essay af, moet onconventioneel durven zijn en beschikken over krachtige en lang volgehouden rebellie. Als voorbeeld van zo’n vrouw noemt zij Rosa Bonheur en bespreekt haar leven en prestaties. Een mooi voorbeeld, dat al aan is bod gekomen in aflevering 635 Ronddolen door het ongebaande woud, aflevering 636 ‘Ik ben er helemaal op ingesteld rokken te dragen’ en aflevering 643 Géén subtiele essentie van vrouwelijkheid.
*Nochlin, L. (1971). ‘Why Have There Been No Great Women Artists?’ In Women, Art, and Power and Other Essays, pp. 145-178. New York: Harper & Row.