Een dichtgegooid gat in de grond? Lijkt mij geen kunstwerk.
Dus dan is Placid Civic Monument van Claes Oldenburg (zie aflevering 58) geen kunstwerk? Nee. Of ja. Of misschien toch niet. Hoe zit dat nou?
Als je het bekijkt vanuit de theorie van de vier keuzeniveaus van de filosoof Rob van Gerwen (in Art and Experience, 1996, zie ook aflevering 62), lijkt er sprake van behandeling van keuzen op het tweede niveau (materiaaltoepassing). Maar je kunt het niet ervaren, want het gat is weer dichtgegooid en er is niets meer van te zien. Er is dus geen werk beschikbaar voor de zintuigen (zie afleveringen 63-64).
Bovendien lijkt Oldenburg zijn zogenaamde werk te hebben vernietigd (het gat dichtgegooid) voordat hij een esthetisch doel van het derde keuzeniveau (representatie/expressie) bereikte. Het acquaintance principle, dat je de juiste en passende esthetische oordelen pas kunt vellen als je zelf het werk hebt gezien (zie aflevering 64), kun je hier niet toepassen. Behalve misschien als je toentertijd bij dat graafwerk van de doodgravers en het weer dichtgooien van het gat geweest bent.
Maar wat moeten wij, die het nooit gezien hebben, ermee? Weten waaruit het waarschijnlijk bestaat, door de verhalen van anderen (getuigenis), lijkt mij niet voldoende om het te begrijpen.
Toch lijkt er zich toch een soort artistiek ‘conceptuele kunst procedé’ te hebben ontwikkeld, aldus Van Gerwen, door toeschouwers te dwingen na te denken over een non-kunstwerk (ofwel conceptuele kunst).
Wat is dan dit conceptuele-kunst-procedé?