Feuilleton Abramovic - PhD

Aflevering 707 Wortels van vrouwenonderdrukking (35)

Susan Hol, Evian les Bains, Vuurwerk, 2014

Er is één ding dat Graeber en Wengrow meteen kunnen verklappen als ze de blik afwenden van de Noordwestkust, waar stevige hiërarchie heerste en ongeveer een kwart van de oorspronkelijke bewoners leefde als een tot slaaf gemaakte (zie aflevering 706). In dezelfde vroege perioden, maar dan in het gebied dat nu Californië heet, was er een volkomen andere samenleving. Het lijkt wel een totaal andere Midden-Pacific-periode, schrijven de Davids, een vredelievende om precies te zijn. Dat verschil komt dus niet omdat die groepen totaal afgezonderd leefden. Sterker nog, er is archeologisch en linguïstisch bewijs van uitgebreide verplaatsing van mensen en goederen langs een groot deel van de westkust.*

Het om niet gedwongen inzetten van menskracht, zag er in die preklassieke periode wel anders uit dan later bij de Griekse en Romeinse huishoudens, en helemaal anders dan op de Europese plantages in het Caribisch gebied of het diepe zuiden van Amerika. Hoezo dan? Wel, de Davids gaan eerst eens uitzoeken wat ‘slavernij’ nou precies is. Wat maakt iemand die tot slaaf is gemaakt anders dan een lijfeigene, dagloner, dienstbode of gevangene?*

Een belangrijke factor is het ontbreken van sociale banden. Iemand die tot slaaf is gemaakt heeft, in juridische termen althans, geen gezin, geen verwanten en geen samenleving. Deze persoon kan ook geen beloften doen en geen blijvende connecties smeden met andere mensen. Dit is dus eigenlijk de reden waarom het Engelse woord ‘free’ is afgeleid van een grondwoord dat ‘friend’ betekent, aldus de Davids.*

Ben je tot slaaf gemaakt, dan kun je geen vrienden hebben omdat je geen verplichtingen kunt aangaan met anderen. Je bent volledig in de macht van iemand anders en je enige verplichting is om precies te doen wat die ander zegt. Klinkt dit raar? De Davids geven een voorbeeld. Als een Romeinse legioensoldaat in de veldslag werd gevangengenomen en tot slaaf werd gemaakt, en er vervolgens in slaagde om te ontsnappen en naar huis terug te keren, dan moest hij een uitgebreid proces doorlopen om al zijn sociale relaties te herstellen, inclusief het hertrouwen van zijn vrouw, aangezien de daad van hem tot slaaf maken werd beschouwd als het verbreken van alle eerdere relaties. De West-Indische socioloog Orlando Patterson noemde dit een toestand van ‘sociale dood’, geven de Davids nog even mee.*

Kenmerkend voor een tot slaaf gemaakte is vaak: een krijgsgevangene, meestal ver van huis, te midden van mensen die haar of hem niets verschuldigd zijn. Er is nog een praktische reden voor het tot slaaf maken van krijgsgevangenen: dat is goedkoper dan zelf voor aanwas van gratis arbeid te zorgen. Iemand die mensen tot slaaf maakt, moet ervoor zorgen dat zij gezond en fit blijven om het werk te doen. Menselijke wezens hebben bij het opgroeien veel zorg en ondersteuning nodig en zijn tot hun twaalfde of soms vijftien jaar een netto economisch verlies. Mensen buit maken, fitte soldaten bijvoorbeeld, is dus economisch voordeliger. Al werden velen ook ‘veroverd’ door schuldenvallen (steeds nieuwe schulden maken om bestaande schulden af te lossen), strafrechtelijke beslissingen of roverij. Om in economische termen te blijven: een mensenrover steelt de jaren van zorgzame arbeid die een andere samenleving heeft geïnvesteerd in het laten opgroeien van een mens die in staat is om te werken.*

Waarin was, om op de vraag terug te komen, het om niet gedwongen inzetten van menskracht in die preklassieke periode anders dan bij de Grieken, Romeinen en Europeanen? Een tot slaaf gemaakte blijft een tot slaaf gemaakte, in die zin zijn er weinig verschillen. Maar in die preklassieke periode, aldus de Davids, werden de mensen die een ‘sociale dood’ ondergingen in zekere zin beschouwd als ‘huisdier’. Terwijl ze opnieuw werden gesocialiseerd in de huishoudens van hun ontvoerders, moesten ze worden gekoesterd, gevoed en geïnstrueerd in de juiste manieren van beschaving. Kortom, gedomesticeerd (deze taken waren meestal vrouwenwerk), aldus de Davids. Bij een voltooide socialisatie was de gevangene geen tot slaaf gemaakte meer.*

*David Graeber en David Wengrow, The dawn of everything. A new history of humanity, 2021, e-book.

About the author

Susan Hol

Ontdek meer van Susan Hol

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder