Feuilleton Abramovic - PhD

Aflevering 734 Wortels van vrouwenonderdrukking (62)

Afbeelding onder: Olmeekse slang: kunsthandelaar; afbeelding boven: Chavín de Huántar neusornament: smarthistory.

Als we echt radicaal bezig zouden zijn, openen Graeber en Wengrow een volgende paragraaf, dan zouden we onze geschiedenis opnieuw vertellen vanuit het perspectief van al die perioden die zijn weggezet (lees: nauwelijks onderzocht) als ‘post’, ‘proto’, ‘tussenliggend’ of ‘eind’ (zie aflevering 733). Helaas, ze zijn niet radicaal en leunen zwaar op de oude meuk. Wat ze in ieder geval wel proberen is kijken wat er gebeurt als ze de teleologische denkgewoonte (het doorzoeken van antieke wereld op embryonale versies van onze moderne natiestaten) loslaten (zie ook aflevering 730). Zij kijken of er iets anders dan ‘de geboorte van een staat’ mogelijk is, in de hoop verschillende soorten macht tegen te komen met elk een eigen specifieke mix van geweld, kennis en charisma, hun drie elementaire vormen van dominantie (zie aflevering 730).*

De waarde van hun nieuwe benadering willen ze uittesten. Ze willen kijken of het helpt om dingen te verklaren die niet pasten in de oude academische manier van denken en duiden, zoals de vroege staatsbesturen die enorme aantallen mensen mobiliseerden en organiseerden zonder te voldoen aan de gebruikelijke academische definities van een staat. Er zijn er zat van dit soort staatsbesturen, vertellen de Davids, bijvoorbeeld de Olmeken (zie wikip) bij wie een georganiseerde macht alleen van tijd tot tijd werd gerealiseerd in grootse maar vluchtige spektakels. Staatachtige dingen, van diplomatie tot het aanleggen van voorraden, stonden in dienst van de rituelen in plaats van andersom.*

Of neem de Chavín de Huántar (wikip) met drie regionale culturen: Wari (wikip), Tiwanaku (wikip) en Moche (wikip). Bij de Moche zijn trouwens weelderige graven gevonden van krijger-priesteressen en koninginnen, overladen met goud en omgeven door mensenoffers. Jazeker. Vrouwelijk leiderschap. Wat bij deze culturen ontbreekt zijn duidelijke militaire vestingwerken of plekken voor administratieve activiteiten. Juist rituele uitvoeringen en het onthullen of verbergen van esoterische kennis lijken de hoofdrol te spelen. Wat de bewoners overigens ook later, in de zeventiende eeuw, vertelden aan de Spaanse soldaten en kroniekschrijvers.*

Hoe zien deze culturen eruit door de Davids-lens van de drie elementaire vormen van dominantie: controle over geweld (of soevereiniteit), controle over informatie en individueel charisma (charismatische politiek)? Bij de Chavín de Huántar ging het vooral over controle over bepaalde soorten kennis, misschien vergelijkbaar met zoiets als ‘staatsgeheimen’, maar dan zonder enig geweld zoals wel gebeurde in latere bureaucratische regimes. Al zal er vast een zekere mate van charisma en strijd zijn geweest. Bij de Olmeken ging het om persoonlijke erkenning in bepaalde – met regels omgeven – manieren van competitie, risicovolle spelen: een soort voorbeeld van een grootschalig competitief politiek veld, maar dan ook hier zonder territoriale soevereiniteit (ofwel geweld) of bureaucratie. Al zal enige geheime kennis vast ook een rol hebben gespeeld.*

Er is hoe dan ook geen reden om aan te nemen dat iemand in deze culturen een sterk soevereiniteitsbeginsel verdedigde. De Davids noemen dit regimes van de eerste orde, omdat ze georganiseerd lijken rondom een van de drie elementaire vormen van dominantie (kenniscontrole bij Chavín de Huántar en charismapolitiek bij Olmeken) en de andere twee min of meer verwaarlozen. Er zijn ook samenlevingen met alleen de derde variant: controle over geweld (of soevereiniteit), door een heerser met absolute macht, maar zonder bureaucratie en zonder een competitief politiek veld. De Davids houden hierover een lang verhaal (lees dat boek!), waarbij het erop neerkomt dat die heerser misschien veel macht had, maar de bevolking simpelweg de eigen gang ging (is eerder aan bod geweest, zie o.a. aflevering 695). Dat konden ze natuurlijk gemakkelijk doen, want zonder bureaucratie en politieke handlangers had die alleenheerser weinig in de melk van het dagelijks leven van de bevolking te brokkelen, tenminste, als ze maar ver genoeg van die heerser af woonden.*

Wat is volgens de Davids de interne dynamiek van soevereiniteit in het grootste deel van de geschiedenis? Dit: heersers probeerden hun macht en hun willekeurige omgang daarmee te vestigen, en hun onderdanen – voor zover ze de koningen niet gewoon volledig ontweken – probeerden de goddelijke personages van die heersers te omringen met een eindeloos doolhof van rituele beperkingen, zo ingewikkeld dat de heersers in feite gevangenzaten in hun paleizen, of zelfs geconfronteerd werden met hun eigen rituele dood.*

*David Graeber en David Wengrow, The dawn of everything. A new history of humanity, 2021, e-book.

About the author

Susan Hol

Ontdek meer van Susan Hol

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder