Graeber en Wengrow gaan de afrondende fase van hun boek in. De inhoud lijkt, naast een terugblik, vooral bedoeld voor mensen die zwaar onder invloed staan van alle aloude antropologische en archeologische verhalen. Ik vlieg daar met zevenmijlslaarzen doorheen.
Sowieso is hun conclusie dat het zeer verstandig is om te stoppen met het projecteren van een of ander beeld van de moderne staat op gebeurtenissen in het (verre) verleden. Kijk maar naar het Minoïsche rijk (zie aflevering 741) en al die andere creatieve soortgenoten die niet kozen voor gewelddadige en megalomane heersers. Veel academici blijven hangen in hetzelfde verhaal en hebben geen oog voor al die rijken, zoals het Minoïsche, die functioneren als een vriendelijke, elkaar ondersteunende samenleving, die niet passen in de aloude verhalen over heersers, koningen en monumenten, die niet passen in het versleten idee van ‘beschaving’ (eigenmachtige autocraten, keizerlijke veroveringen, gebruik van slavenarbeid).*
Het is gewoon, blijkbaar, supermoeilijk om je een geschiedenis voor te stellen die niet teleologisch (gericht op een bepaald doel) is. Waarmee de Davids maar willen zeggen dat de neiging om de geschiedenis te organiseren op een manier die impliceert dat het type regering van tegenwoordig op de een of andere manier onvermijdelijk was, ontzettend hardnekkig is. Maar de huidige bijzondere samensmelting van territoriale soevereiniteit, intense bureaucratie en competitieve politiek was natuurlijk helemaal niet per se de noodzakelijke uitkomst van de menselijke geschiedenis.*
Een historische gebeurtenis kun je niet van tevoren voorspellen en het gebeurt maar eenmaal. Je kunt het niet even overdoen om te kijken of er misschien andere uitkomsten zouden zijn geweest. Je kunt hooguit unieke historische gebeurtenissen vergelijken om een idee te krijgen van wat voor dingen er kunnen gebeuren. Het probleem is alleen dat sinds de koloniale toestanden vergelijken niet echt lukt, omdat er uiteindelijk maar één wereldwijd politiek-economisch systeem is. Wil je bijvoorbeeld beoordelen of de moderne natiestaat, het industriële kapitalisme en de verspreiding van krankzinnigengestichten noodzakelijkerwijs met elkaar verbonden zijn, in plaats van afzonderlijke fenomenen die toevallig samenkomen in een deel van de wereld, dan is er eenvoudigweg geen basis om daarover te oordelen. Alle drie ontstonden in een tijd dat de planeet in feite één enkel wereldwijd systeem was en we hebben geen andere planeten om onszelf mee te vergelijken. Al zijn er in de wereld natuurlijk absoluut volkeren met heel andere en zeer invloedrijke ideeën.*
De Davids gaan nog eens lang en diep in op de geschiedenis van Noord-Amerika, wat ik hier niet allemaal ga herhalen. Zoek op mijn site onder ‘Noord-Amerika’ en je vindt de blogs terug met hun verhalen daarover (of lees het boek). Waar het in feite op neerkomt is dat er soms of ergens ter wereld tirannieke types waren en soms of ergens ter wereld vriendelijke, elkaar ondersteunende samenlevingen, dat als mensen die tirannen zat waren ze er gewoon vandoor gingen of die gasten ombrachten en een nieuwe samenleving, dorp of stad begonnen. Verder is landbouw niet iets dat plotsklaps ontstond, de werkelijkheid is veel rommeliger en menselijker: we doen maar wat en soms bevalt dat, soms niet, en proberen we wat anders.*
En natuurlijk was er niet altijd 1 witte man ergens ter wereld die handige dingen uitvond, welnee, dit was (en is) een kwestie van samenwerken, ideeën opdoen, ergens verder op voortborduren door allerlei mensen van allerlei kleur en gender. Niks veranderd eigenlijk. Wat de Davids trouwens wel benadrukken is dat de ideeën van oorspronkelijk bewoners van gebieden die gekoloniseerd werden, net zo (on)serieus genomen moeten worden als die van de Europeanen.*
Sommige mensen, zoals antropoloog Carole Crumley, wijzen er al jaren op dat complexe systemen in zowel de natuurlijke als de sociale wereld niet van bovenaf georganiseerd hoeven te zijn. Dat mensen de neiging hebben iets anders aan te nemen en vooral niet luisteren naar dit soort observaties, vertelt meestal meer over hen dan over de bestudeerde mensen of verschijnselen. Het waren de Davids die wel gingen luisteren en zochten naar die alternatieve verhalen, waardoor ze regelmatig voor verrassingen kwamen te staan.*
Dan is het nu tijd om in mijn andere aantekeningen over wortels van vrouwenonderdrukking te duiken, die bij het boek Caliban and the witch (Caliban en de heks, 2004) van de Italiaans-Amerikaans academicus en professor emerita Silvia Federici. Zij is gaan zoeken in de transitieperiode van feodalisme (het leenherenstelsel in Europa van ±500-1500 v.Chr.) naar kapitalisme en heeft daar behartigenswaardige antwoorden gevonden.
*David Graeber en David Wengrow, The dawn of everything. A new history of humanity, 2021, e-book.