Feuilleton Abramovic - PhD

Aflevering 747 Wortels vrouwenonderdrukking: Federici (5)

Een processie van flagellanten (zichzelf geselende mensen) tijdens de zwarte dood, middeleeuwen. Uit: Caliban and the witch, 2004, p.32. Inkleuring: Susan Hol.

Voor de mens zonder bezit (proletariër) was ketterij een raamwerk voor spirituele vernieuwing en sociale rechtvaardigheid (zie ook aflevering 746). Door via ketterij een beroep te doen op een hogere waarheid, kon je de autoriteit van kerk en staat links laten liggen. Ketterij hekelde sociale hiërarchieën, privébezit en opeenhoping van rijkdom. Het verspreide een nieuwe, revolutionaire opvatting van een samenleving dat, voor het eerst in de middeleeuwen, elk aspect van het dagelijks leven herdefinieerde (werk, bezit, seksuele reproductie, de positie van vrouwen). Het stelde de kwestie van emancipatie in universele termen en er ontstond een alternatieve gemeenschapsstructuur, met internationale dimensie, van hulp, ondersteuning, contact, safehouses en inspiratie.*

De ketterse beweging was het eerste internationale proletariaat. Het uitdagen van de machtige, bezittende, hebzuchtige, corrupte, schandalige, despotische, afpersende, geld schrapende kerk, die haar geloofswaren vermarktte, was in de eerste plaats politiek. Het was een strijd tussen ketter en kerk, tussen menselijke waarden en graaiende corrupte kerkvertegenwoordigers, maar ook de niet-kerkelijke bezitters vervolgden ketters uit financieel eigenbelang. Ketterij was niet alleen een kritiek op sociale hiërarchieën en economische uitbuiting, het was ook een aanklacht tegen administratieve corruptie (van kerk en staat). Ketters wezen alle vormen van autoriteit af en waren sterk anticommercieel. Ze leefden naar het ideaal van apostolische armoede, het eenvoudige gemeenschapsleven.*

Sommige ketters deden aan onthouding (abstinentie) van seks en anderen zagen er juist mystieke waarden in, maar niemand had daarbij minachtende of andere weinig verheffende opvattingen over vrouwen en seksualiteit. Vrouwen hadden simpelweg een belangrijke plaats bij de ketters. Hoe anders was dat in vergelijking met de heersende ideeën waarbij het leven en het lichaam veracht werden en hoe ironisch dat ketters vervolgd werden om én hun abstinentie én hun mystieke visie op seks. In de middeleeuwse samenleving zorgden boeren en ambachtslui ervoor dat ze niet al te veel kinderen maakten, want velen wisten niet hoe ze dan al die monden moesten voeden. Hun methode daartoe was lang wachten met een huwelijk.*

De ideeën van de ketters over seks en voortplanting sloten aan bij de middeleeuwse pogingen tot geboortebeperking. Toen in de veertiende eeuw bevolkingsgroei nodig was, kregen juist ketters het stempel van mensen die aan ‘sodomie’ (anale seks), kindermoord en abortus deden. Deze hetze werd gevoed door de immer voortdurende haat van de kerk die zich het alleenrecht over seksualiteit en huwelijk toe-eigende. Die haat werd weer gevoed door het, al uit de vierde eeuw stammende, idee dat vrouwen met hun seksualiteit macht hadden over mannen. Federici haalt in dit verband het boek The serpent and the goddess uit 1989 aan van Mary Condren, waarin Condren het verval van de vrouwelijke macht in de westerse spiritualiteit schetst.*

Condren geeft beschrijvingen van de traditie van het ‘spirituele huwelijk’ in Ierland. Deze vroege praktijk stelde vrouwen ooit in staat kerkelijke functies uit te voeren, wat in latere, rigide patriarchale praktijken onmogelijk werd. Om zich te verenigen in een geestelijk huwelijk, leefden mannelijke en vrouwelijke geestelijke paren samen in ‘zondeloze vereniging’ (kuis). Beiden voerden liturgische taken uit. In de vierde eeuw wordt het christendom een staatsgodsdienst en worden vrouwen overal van uitgesloten onder het mom van heiligheid = geen vrouwen en geen seks. In de twaalfde eeuw escaleerde de minutieuze controle van de kerk over elke seksuele handeling, ofwel hun seksuele supervisie. De kerk verklaarde het huwelijk tot sacrament, een middel om genade te krijgen, een gewijde handeling die bij de protestanten doop en avondmaal omvat en in de rooms-katholieke kerk de doop, het vormsel, de eucharistie, de biecht, het heilig oliesel, het priesterschap en, dus, het huwelijk.*

De aanval op ‘sodomie’ door mannen intensiveerde en ‘zomaarseks’ werd als tegennatuurlijk verklaard. In de dertiende eeuw volgde rebellie tegen de kerk die tot en met de slaapkamer het gedrag bepaalde. In de ketterse bewegingen was er geen verschil tussen vrouwen en mannen. Ze leefden gewoon samen, als broers en zussen, en er waren vrouwen die hun eigen gemeenschappen vormden en in hun eigen onderhoud voorzagen. Veel vrouwen voegden zich dan ook bij, of waren initiatiefnemers van ketterse bewegingen. Als voorbeeld hiervan noemt Federici de begijnen, een groep ongehuwde rooms-katholieke vrouwen of weduwen die een vroom leven leidden buiten de controle van mannen en zonder kloostergelofte af te leggen. Ze zorgden voor hun eigen onderhoud.*

De eerste van een aantal religieuze bewegingen met een dualistische geloofsopvatting in Europa, die ontstonden vanaf midden tiende tot in de vijftiende eeuw, waren de bogomielen. Deze bewegingen verzetten zich sterk tegen de dogmatiek en het leergezag van de katholieke kerken. Een groot deel van de bogomielen was vrouw en in de elfde eeuw waren het wederom vrouwen die de ketterse bewegingen in Frankrijk en Italië leven inbliezen. Zij kwamen veelal uit de nederigste gelederen van lijfeigenen en vormden een vrouwenbeweging die zich binnen de kader van verschillende ketterse groepen ontwikkelde. In de jaarboeken van de inquisitie worden ook vrouwen genoemd: ze werden verbrand of levenslang opgesloten. Wat de rol van deze vrouwen was in de ‘seksuele revolutie’ bij de ketters of dat het vooral een idee van mannen was is volgens Federici moeilijk te zeggen.*

Wel zijn er in de Penitenties (boetedoening in de vorm van gebeden of goede werken) tal van verwijzingen naar abortus en het gebruik van voorbehoedsmiddelen door vrouwen, dus die kindertjes gingen er niet komen als een vrouw dat niet wenste. Federici noemt het ‘controle over hun voortplantingsfunctie’. In de vroege middeleeuwen werden abortus en anticonceptie oogluikend toegestaan om economische redenen, maar dat veranderde drastisch zodra het tij keerde.*

*Silvia Federici, Caliban and the witch, 2004.

About the author

Susan Hol

Ontdek meer van Susan Hol

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder