Eind veertiende eeuw zijn er de eerste heksenprocessen en is er een allereerste vermelding in de administratie van de inquisitie over zogenaamde ketterse vrouwen en duivelaanbiddersekten. Verder zijn prinsen en autoriteiten druk in de weer om arbeidersprotesten de kop in te drukken. Hoe doen ze dat? Ze institutionaliseren prostitutie, wat wil zeggen dat ze gemeentebordelen openen. Dit wordt een seksenpolitiek die zich in heel Europa afspeelt. De door de staat beheerde prostitutie voor mannen van alle leeftijden wordt ook gezien als een remedie tegen de wijdverspreide homoseksualiteit in verschillende Europese steden. Het doel is om na de pestepidemie een bevolkingstekort te voorkomen (zie ook aflevering 748).*
Tussen 1350-1450 waren er openbaar beheerde, door de belasting gefinancierde bordelen in elke stad en elk dorp, in ieder geval in Italië en Frankrijk, in aantallen vele malen groter dan in de negentiende eeuw. Alle restricties en boetes om prostitutie tegen te gaan verdwenen. Prostituees konden overal, op elke straathoek en zelfs voor de kerk tijdens de mis, hun clientèle werven, zonder kledingvoorschriften en zonder merktekens, want het was nu een officieel erkende openbare dienst. Zelfs de kerk ging prostitutie als een gerechtvaardigde activiteit zien, want ze dachten dat ze daarmee zogenaamde orgiën in ketterse sekten, sodomie en een verstoord gezinsleven tegengingen.*
Heeft deze seksuele ‘new deal’ de staat geholpen om het middeleeuwse proletariaat te disciplineren en te verdelen? Dat is volgens Federici moeilijk te zeggen. Wel was het een onderdeel van een groter proces waarin de staat werd gecentraliseerd en zij als enige iets in de melk te brokkelen had bij alle strijd en klassenrelaties. Er is in die tijd geen sprake van een eeuwigdurend gevecht tussen bourgeoisie en adel. Er is ook geen sprake van een zwakke positie van de strijdende werkende klasse omdat ze niet zouden weten wat ze wilden: hun boodschap was duidelijk, ze wilden dat iedereen evenveel als een ander moest hebben. Hoe konden de rijkelui overwinnen? Door samen te werken. Kerk, adel en bourgeoisie zetten samen de stap naar de absolute staat.*
Tegen de late middeleeuwen was de feodale economie ten dode opgeschreven. Er vond tussen 1350 en 1500 een grote verschuiving plaats in de machtsverhouding tussen arbeiders en meesters. Het reële loon steeg met honderd procent, de prijzen daalden met 33 procent, huren daalden, de lengte van de werkdag nam af en er ontstond een tendens naar lokale zelfvoorziening. Er ontstond een rijkdom van het volk, waardoor niemand terug kon of wilde naar de feodale economie en het ook onmogelijk was om van hieruit over te gaan naar een kapitalistische samenleving (Federici citeert hier Marx). Crisis! Voor de Europese heersende klasse dan. Dus gingen ze aan de slag met een wereldwijd offensief en veranderden ze daarmee in de loop van minstens drie eeuwen de geschiedenis van de planeet. Ze legden de basis voor een kapitalistisch wereldsysteem. Het was een meedogenloze poging tot het vergaren van nieuwe bronnen van rijkdom, de uitbreiding van hun economische basis en het knechten van nieuwe arbeiders.*
De pilaren van dit drie eeuwen durende opbouwproces tot kapitalisme zijn in het kort: verovering, slavernij, diefstal en moord. Een ’transitie naar kapitalisme’ is aldus in vele opzichten fictie, het was vooral een van de bloedigste en bepaald niet chronologisch verlopende periode in de wereldgeschiedenis. Primitieve accumulatie is het niet-kapitalistische begin van het kapitalisme (zie aflevering 743 voor de uitgebreide opmerking hierover). Het wereldproletariaat werd gevormd en ‘geaccumuleerd’ op diverse manieren. Zo was er de onteigening van Europese arbeiders en het tot slaaf maken van de oorspronkelijke bewoners van wat nu Amerika en Afrika heet voor de mijnen en plantages. Verder vereiste het een transformatie van het lichaam tot een werkmachine, de onderwerping vrouwen: ze moeten geboortemachines worden, de vernietiging van de macht van vrouwen in Europa en Amerika door uitroeiing van ‘heksen’.*
Primitieve accumulatie was niet simpelweg een opeenhoping en concentratie van uitbuitbare arbeiders en kapitaal, maar ook een accumulatie van verschillen en verdeeldheid binnen de arbeidersklasse met hiërarchieën gebaseerd op gender, ‘ras’ en leeftijd. Ze werden de bouwstenen voor klassenheerschappij en de vorming van het moderne proletariaat. Allemaal redenen volgens Federici om kapitalistische accumulatie niet gelijk te stellen met de bevrijding van de arbeider, man of vrouw, zoals veel marxisten (onder andere) hebben gedaan, of om de komst van het kapitalisme zien als een moment van historische vooruitgang. Integendeel, het kapitalisme heeft wredere en verraderlijke vormen van slavernij gecreëerd, omdat het in het proletariaat diepe verdeeldheid heeft gezaaid die heeft gediend om de uitbuiting te intensiveren en te verbergen. Het is grotendeels deze opgelegde verdeeldheid – vooral die tussen vrouwen en mannen – dat kapitalistische accumulatie nog immer het leven in elke hoek van de planeet verwoest.
*Silvia Federici, Caliban and the witch, 2004; de afbeelding komt van een bron die ik pas 26 maart 2023 vond: The anarchist library.