De voordelen van het openveldsysteem (zie aflevering 750) gelden ook voor de commons (meen, brink, gemeenschappelijke middelen, zie ook aflevering 745). In de literatuur van de zestiende eeuw wordt het beschreven als bron van luiheid en wanorde, maar de commons waren essentieel voor vele kleine boeren of landarbeiders. Ze konden alleen overleven door de toegang tot weiden om koeien te houden, tot bossen om hout, kruiden en wilde bessen te verzamelen, of tot steengroeven, visvijvers en open ruimten om elkaar te ontmoeten.* Ook dit doet denken aan wat Graeber en Wengrow schrijven over kleinschalige gemeenschappen, zie bijvoorbeeld aflevering 738.
De commons vormden de materiële basis waarop het sociale leven en de solidariteit van boeren konden gedijen. Alle festivals, spelen en bijeenkomsten van de boerengemeenschap werden op de commons gehouden. De sociale functie van de commons ook heel belangrijk voor vrouwen. Zij hadden minder recht op land en minder sociale macht, dus waren ze afhankelijker van de commons voor levensonderhoud, autonomie en sociale leven. Het was de plek waar ze bijeenkwamen, nieuws en standpunten uitwisselden, en advies inwonnen. De kleine gemeenschappen vormden een web van coöperatieve relaties en dat werd allemaal verbrijzeld door de landgraaiers, waardoor economische verschillen toenamen. De sociale cohesie ging kapot, gezinnen vielen uit elkaar, jongeren zochten hun heil elders (als landloper of rondreizende arbeider). Ouderen bleven achter om voor zichzelf te zorgen, en vooral oudere vrouwen belandden op de armenlijsten of overleefden door te lenen, kleine diefstallen te plegen en betalingen te vertragen, want hun kinderen konden ook niets doen.*
In de zestiende en zeventiende eeuw maken koopmanskapitalisten misbruik van het goedkope arbeidskrachtenleger, beschikbaar gemaakt door de landgraaierij, om de macht van stedelijke gilden te breken en de onafhankelijkheid van ambachtslieden te vernietigen. Dit gold vooral voor de textielindustrie. Arbeiders raakten ondergedompeld in een ongekende arbeidsrelatie, met minder loon, langere werkdagen en veel minder vrije dagen. Het resultaat was dat loon niet meer werd gezien als middel tot vrijheid, maar als middel tot knechting, tot onderwerping. Mensen kregen de pest aan de vernederende, tot de dood leidende loonarbeid, dus gingen ze liever zwerven en deden ze hier en daar een klusje. Voor boeren was het een reden om onverdroten door te vechten voor de eigendom van hun land, hoe miniem dat stukje grond ook was. Eind vijftiende eeuw beginnen de gevechten tegen de graaiende kapitalisten in Engeland en dat duurt tot de achttiende eeuw. Er zijn vaak massale opstanden.*
Hoewel de opstanden steeds worden neergeslagen, er vele doden vallen en leiders worden opgehangen, duren ze voort en doen ook steeds meer vrouwen eraan mee. Sterker nog, bij sommige opstanden waren er uitsluitend vrouwen. Zij hadden dan ook het meest te lijden van het verlies van land en het uiteenvallen van de dorpsgemeenschap. Landloper of arbeidsmigrant worden was nogal lastig, want hen hing mannengeweld boven het hoofd en sowieso escaleerde de vrouwenhaat. Veel vrouwen waren veel minder mobiel door zwangerschap en de zorg voor kinderen, een feit dat door geleerden – verblind door de mannelijke keuzes van landloperij – over het hoofd werd gezien. Voor vrouwen was het onmogelijk om betaald soldaat te worden, hoewel ze in de legers werkten als kok, wasvrouw en/of prostituee, of als echtgenoot aanwezig waren, een optie die in de zeventiende eeuw verdween door de professionalisering van de legers. De massa vrouwen die de legers volgden werden verbannen van de slagvelden.*
Zodra land was onteigend en het economische leven werd gedomineerd door geldrelaties, konden vrouwen zichzelf lastiger onderhouden dan mannen. Ze werden steeds meer beperkt werden door reproductieve arbeid (kinderen krijgen) op een moment dat dit zo goed als niets meer waard gevonden werd. Het is een fenomeen dat samengaat met de verschuiving naar een geldeconomie in elke fase van de kapitalistische ontwikkeling en de commercialisering van het economisch leven leverde hiervoor de materiële voorwaarden. Met de ondergang van de productie voor eigen gebruik, zo typisch voor het prekapitalistisch Europa, verdwijnt ook de eenheid van productie en reproductie. Deze twee worden de dragers van verschillende sociale relaties en raken seksueel onderscheiden. Alleen de productie voor de markt wordt gezien als een waarde creërende activiteit. De reproductie van de arbeider werd als economisch waardeloos en zelfs niet langer als werk beschouwd. Het werd als een natuurlijke roeping gemystificeerd en bestempeld als ‘vrouwenarbeid’. Vrouwen werden uitgesloten van veel loonberoepen en verdienden een schijntje van het gemiddelde mannelijke loon.*
Deze historische veranderingen, met als piek met de creatie van de fulltime huisvrouw in de negentiende eeuw, herdefinieerde de positie van vrouwen in de samenleving en in relatie tot mannen. De seksuele verdeling van arbeid dat eruit voortkwam zette vrouwen niet alleen vast in reproductief werk, maar vergrootte daarnaast hun afhankelijkheid van mannen. Het maakte het voor staat en werkgevers mogelijk om het mannelijke loon te gebruiken als een middel om vrouwenarbeid af te dwingen. Op deze manier maakte de scheiding van de productie van handelsartikelen en de reproductie van arbeidskracht ook de ontwikkeling mogelijk van een specifiek kapitalistisch gebruik van het loon en van markten als middelen voor de opeenhoping van onbetaalde arbeid. Deze scheiding van productie en reproductie creëerde een klasse van proletarische vrouwen met nauwelijks toegang tot lonen. Ze werden in een toestand van chronische armoede, economische afhankelijkheid en onzichtbaarheid als arbeiders gedwongen. Vrouwen maken in de overgang van feodalisme naar kapitalisme een uniek proces door van sociale degradatie. Dit was fundamenteel voor de opeenhoping (accumulatie) van kapitaal en is dat sindsdien gebleven.*
*Silvia Federici, Caliban and the witch, 2004; de afbeelding komt van een bron die ik pas 26 maart 2023 vond: The anarchist library.