Ongetwijfeld zaaide de jarenlange propaganda en terreur (zie aflevering 770) ook de nodige zaadjes onder mannen, om uit te groeien tot een diepe psychologische vervreemding van vrouwen. Volgens Federici heeft dit de klassensolidariteit verbroken en de eigen collectieve macht ondermijnd: elke sluimerende vorm van protest tegen kerk en staat werd uiteengejaagd en raakte versnipperd. Het onderdrukken van vrouwen was, en is nog steeds, een effectieve strategie van de heersende klassen om het hele proletariaat te onderdrukken. Deze klassen spoorden onteigende, verpauperde en gecriminaliseerde mannen aan om de zogenaamde castrerende heks de schuld te geven van hun persoonlijke tegenslagen, en om de macht van vrouwen tegen de autoriteiten te beschouwen als een macht die vrouwen tegen hen zouden gebruiken. Alle diepgewortelde angsten die mannen dankzij de vrouwenhaatpropaganda van de kerk koesterden, werden lekker opgepord. Niet alleen zouden vrouwen mannen impotent maken, ook hun seksualiteit zou een diepgevaarlijke demonische kracht zijn die mannen tot slaaf kon maken. Mannen werden bang dat een vrouw hen aan haar wil kon ketenen.*
In de heksenprocessen is de terugkerende aanklacht: ontaarde seks met de duivel en sabbatorgies. De vrouwen die tot heks werden gebombardeerd kregen nog een andere beschuldiging aan hun rokken: ze zouden bij mannen een buitensporige erotische passie losmaken. Hoera!, dachten de mannen, want het werd nu heel gemakkelijk om bij een ongeoorloofde affaire te claimen dat ze behekst waren. De gezinnen die een einde wilde maken aan de relatie van hun zoon met een vrouw die ze afkeurden, riepen ook hoera!, want ze hoefden die vrouw alleen maar een heks te noemen. Als de gevolgen niet zo ernstig waren, zou het grappig kunnen zijn: vrouwen werden ervan beschuldigd mannen impotent te maken én een buitensporige seksuele passie bij hen op te wekken. Lekker tegenstrijdig.*
Toch maakte juist deze tegenstrijdige boodschap tijdens de heksenjacht deel uit van de nieuwe patriarchale code die ontwikkeld werd. Fysieke impotentie werd de tegenhanger van morele impotentie: de gecastreerde man en de hopeloos verliefde man waren beiden hopeloos overgeleverd aan de vrouw en oeps, weg gezag over die vrouw. De demonologen wilden, met de staat als model, de man als koning van het huishouden en de vrouw als dienares. Een doel dat onmogelijk werd als de man door een vrouw bezweek aan zijn verlangens. Trouwens, niet alleen zijn gezag zou ondermijnd raken door seksuele passie, ook zijn vermogen tot zelfbestuur zou een rommeltje worden. Stel je toch voor dat hij zijn kostbare hoofd verloor waarin de cartesiaanse filosofie de bron van Rede lokaliseerde.*
Een seksueel actieve vrouw vormde dus een publiek gevaar, een bedreiging voor de sociale orde, want ze morrelde aan het verantwoordelijkheidsgevoel van een man en zijn vermogen tot werk en zelfbeheersing. Om te voorkomen dat vrouwen mannen moreel – of belangrijker, financieel – zouden ruïneren, moest de vrouwelijke seksualiteit worden uitgebannen. Dit werd bereikt met marteling, dood door vuur, en de minutieuze ondervragingen waaraan de tot heks gebombardeerde vrouwen werden onderworpen, die een mengeling waren van seksueel exorcisme en psychologische verkrachting.*
Voor vrouwen luidden de zestiende en zeventiende eeuw dus inderdaad een tijdperk van seksuele onderdrukking in. Censuur en verbod gingen hun relatie met seksualiteit bepalen.*
Het waren trouwens niet het katholieke pastoraat of de belijdenis die zorgden voor een explosie in de discussies over seks. Het waren de inquisiteurs die, veel beter dan welke dorpspriester dan ook, de vermeende heksen dwongen hun seksuele avonturen in elk detail te onthullen. Het maakte ze geen reet uit dat het vaak oude vrouwen waren en hun seksuele avonturen vele decennia teruggingen. Op bijna rituele wijze dwongen ze hen uit te leggen hoe ze in hun jeugd voor het eerst door de duivel waren meegenomen, wat ze bij penetratie hadden gevoeld, welke onzuivere gedachten ze hadden gekoesterd. Het podium waarop die eigenaardige discussie over seks zich ontvouwde, was de martelkamer. De vragen werden gesteld terwijl de vrouwen, armen vastgebonden op de rug, gek werden van de pijn op de wipgalg (strappado), een folterinstrument met een takel en touwen. De eindeloze discussie over seks werd ingezet in dienst van repressie, censuur en ontkenning. De taal van de heksenjacht zette vrouwen neer als een vleselijke, verdorven natuur, een perverseling. Dit alles was een eerste stap in de omvorming van vrouwelijke seksualiteit in werk. Het destructieve karakter van dit proces valt niet te onderschatten.*
De heksenjacht resulteerde niet in nieuwe seksuele vermogens of verrijkte genoegens voor vrouwen. In plaats daarvan was het een begin van de lange mars naar keurige seks tussen schone lakens, en de omvorming van vrouwelijke seksuele activiteit in werk: een dienst aan mannen en de voortplanting. Centraal in dit proces stond het uitbannen van alle niet-productieve, niet-voortplantingsvormen van vrouwelijke seksualiteit. Die werden als asociaal en bijna demonisch weggezet. De afkeer die de niet-voortplantingsvormen van seksualiteit begon te inspireren, wordt goed weergegeven door de mythe van de oude heks die op haar bezem vloog, waarbij de bezem, net als de dieren waarop ze ook reed (geiten, merries, honden), de projectie was van een verlengde penis, symbool van een ongebreidelde lust. Deze beeldspraak verraadt een nieuwe seksuele discipline die de zogenaamde oude, lelijke, ofwel niet langer vruchtbare vrouw, het recht op een seksueel leven ontzegt. Bij het creëren van dit stereotype pasten de demonologen zich aan de morele gevoeligheid van hun tijd aan. Waar ooit de seksuele vitaliteit van de oudere vrouw een bevestiging van leven tegen dood was, keert het verhaal van de heksenjacht deze vitaliteit om tot een instrument van de dood.*
*Silvia Federici, Caliban and the witch, 2004; de afbeelding komt van een bron die ik pas 26 maart 2023 vond: The anarchist library.