Na de bespreking van de rol die de ontwikkeling van de moderne wetenschap en het wetenschappelijke wereldbeeld hebben gespeeld bij ondergang van de heksenjacht (zie aflevering 773), rest Federici de vraag of de opkomst van de moderne wetenschappelijke methode kan worden beschouwd als de oorzaak van de heksenjacht.*
Mwoah, is het antwoord. De opkomst van die wetenschap was eerder een overgangsverschijnsel, een soort ideologisch gemodder, waarin elementen uit de fantasiewereld van het middeleeuwse christendom, rationalistische argumenten en moderne bureaucratische rechtbankprocedures werden gecombineerd. Het werkte op dezelfde manier als bij het opbouwen van het nazisme, toen de cultus van wetenschap en technologie gecombineerd werd met een scenario om een archaïsche, mythische wereld van bloedbanden en pre-monetaire loyaliteiten te herstellen.*
De heksenjacht is een klassiek voorbeeld van hoe, in de geschiedenis van kapitalisme, ’teruggaan’ een manier was om vooruit te komen: het schept de voorwaarden voor de opeenhoping van kapitaal. De duivel heeft door de rol die de inquisitie hem gaf het meest bijgedragen aan het effenen van de weg naar de nieuwe wetenschap. De (re)creatie van dit personage hielp mee om de locatie en verdeling van macht in de kosmos en de samenleving opnieuw te definiëren en meer te centraliseren. Net als een gerechtsdeurwaarder, of gods geheim agent, bracht de duivel orde in de wereld, bevrijdde haar van concurrerende invloeden en bevestigde god opnieuw als de exclusieve heerser. Hij bestendigde gods bevel over menselijke aangelegenheden zo goed dat god binnen een eeuw, met de komst van de Newtoniaanse fysica, in staat zou zijn zich terug te trekken uit de wereld en tevreden op een afstand de goedlopende boel kon gaan bewaken.*
Het rationalisme en mechanisme waren dus niet de rechtstreekse, maar wel indirecte oorzaak van de vervolgingen. Ze droegen bij aan de creatie van een wereld die vooral de natuur wilde uitbuiten. Belangrijker bij het aanzetten tot de heksenjacht was de behoefte van de Europese elites om een hele manier van bestaan uit te roeien die tegen de late middeleeuwen hun politieke en economische macht bedreigde. Toen deze taak was volbracht – toen de sociale discipline was hersteld en de heersende klasse haar dominantie bestendigde – kwam er een einde aan de heksenprocessen. Het geloof in hekserij kon zelfs voorwerp van spot worden, afgedaan als bijgeloof en snel uit het geheugen worden verbannen. Dit proces begon tegen het eind zeventiende eeuw in heel Europa, hoewel heksenprocessen in Schotland nog drie decennia voortduurden.
Een factor die bijdroeg aan het eind van de heksenjacht was het feit dat de heersende klasse de controle erover begon te verliezen en onder vuur kwam te liggen van haar eigen onderdrukkende machine, met aanklachten tegen zelfs haar eigen leden. De vlammen likten aan de welgestelden. In Frankrijk beschuldigden bedienden hun meesters, kinderen hun ouders, mannen hun echtgenoten. De koning besloot in te grijpen en in heel Frankrijk werden de vervolgingen beëindigen. Er werd een nieuw wetboek afgekondigd waarin hekserij niet eens werd genoemd. De staat was de heksenjacht begonnen en een voor een namen verschillende regeringen het initiatief om er een einde aan te maken. Vanaf midden zeventiende eeuw werd de rem gezet op gerechtelijke en inquisitoire ijver, met als direct gevolg dat in de achttiende eeuw de ‘gewone misdaden’ plotseling toenamen. Zo raakten godslastering en heiligschennis in als misdaad en moest je voor de verkoop van vergiften een vergunning hebben. Als je iemand vergiftigde, volgde voortaan de doodstraf.*
Kortom, de nieuwe sociale orde stond voldoende stevig vast om misdaden te beoordelen zonder gretig te zoeken naar het bovennatuurlijke. Het potentieel aan opstandige types was ook dusdanig flink vernietigd tijdens de heksenjacht, dat zelfs de beoefening van magie werd toegestaan en veel vrouwen bleven dat doen. Ze voorzagen in hun levensonderhoud door de toekomst te voorspellen, toverspreuken te verkopen en andere vormen van magie te beoefenen. In het achttiende-eeuwse Frankrijk ontwikkelde zich een interesse voor hekserij onder de stedelijke adel. Ze waren buitengesloten van de economische productie en hadden het gevoel dat hun privileges onder vuur kwamen te liggen. In hun verlangen naar macht namen ze hun toevlucht tot magische kunsten, maar de autoriteiten waren niet langer geïnteresseerd in het vervolgen van deze praktijken, sterker nog, ze zagen hekserij eerder als een product van onwetendheid of een stoornis van de verbeelding.*
Tegen de achttiende eeuw begon de Europese intelligentsia zelfs trots te worden op haar verworven verlichting, en ging vol vertrouwen door met het herschrijven van de geschiedenis van de heksenjacht, waarbij ze het van zich afwierp als een product van middeleeuws bijgeloof. Toch bleef het spook van de heksen de verbeelding van de heersende klasse achtervolgen. De Parijse bourgeoisie keerde er in 1871 instinctief naar terug om de vrouwelijke Communards (aanhangers van de Parijse Commune, ofwel van het revolutionair-socialistisch bewind) te demoniseren en hen ervan te beschuldigen Parijs in brand te willen steken. Honderden vrouwen werden standrechtelijk geëxecuteerd, terwijl de pers hen zwart maakte in de kranten. Er werd beweerd dat duizenden proletarische vrouwen dag en nacht (als heksen) door de stad zwierven met potten vol kerosine en dat deze petroleuses Parijs in de as wilden leggen. Net als de heks werd de petroleuse afgebeeld als een oudere vrouw met een wilde, woeste blik en ongekamd haar, met in haar handen de container voor de vloeistof die ze gebruikte om haar misdaden te plegen.*
Elke arme en slecht geklede vrouw die op straat liep met een mand, doos of melkfles bij zich liep het risico verdacht te worden.*
Tegen de achttiende eeuw stroomden goud, zilver en andere hulpbronnen vanuit de koloniën Europa binnen. Met als inzet verschillende klassenverhoudingen en disciplinesystemen verdeelde een internationale arbeidsverdeling het nieuwe mondiale proletariaat. Dit markeerde het begin van vaak tegenstrijdige geschiedenissen binnen de arbeidersklasse. Toch bestuurde één enkele logica de ontwikkeling van het kapitalisme: de uitbreiding van de heksenjacht naar de koloniën. Het toont het structurele karakter van de wreedheden die in het kapitalistische proces worden begaan. Veel historici beschouwden de heksenjacht als een Europees ding, met als enige uitzondering de heksenprocessen van Salem (zoek op ‘salem’ en ‘heksen’ en je vindt een bulk info), maar het is inmiddels wel duidelijk dat beschuldigingen van duivelaanbidding een sleutelfunctie speelde bij de kolonisatie van oorspronkelijke bewoners buiten Europa.*
*Silvia Federici, Caliban and the witch, 2004; de afbeelding komt van een bron die ik pas 26 maart 2023 vond: The anarchist library.