‘Schön ist das, was ohne Begriff allgemein gefällt.’
Ik houd van die zin. Hij is geschreven door Immanuel Kant (1724-1804) in zijn Kritik der Urteilskraft. Een lastig te begrijpen boekwerk, voor mij althans, zeg ik er aarzelend bij. Waarom aarzelend? Dat komt door Connie Palmen. Jaja, zo zie je maar weer, de gekste mensen komen in dit verhaal voor.
Ooit las ik een interview met Connie Palmen waarin ze zei dat ze het werk van Kant simpel vond, gemakkelijk te lezen en eigenlijk best wel saai. Ze vertelde dat ze in de kantlijn van het boek allerlei kritiek op zijn Kritik had geschreven.
Hoe ze het precies zei weet ik niet meer, maar des te beter weet ik mijn eigen reactie: ik las die opmerking met open mond. Ik stond versteld van haar achteloosheid. In die tijd worstelde ik met de boekwerken van Kant. Ik las een Duitse versie, met een Nederlandse vertaling ernaast, plus een aantal leeswijzers van filosofen die het werk van Kant tot op het bot uitgeplozen hadden.
Het is te danken aan mijn liefde voor de werken van Immanuel Kant dat ik heb doorgezet. Nou ja, en natuurlijk mijn oeverloze doorzettingsvermogen 😉
Maar hoezo houd ik van die zin: ‘Schön ist das, was ohne Begriff allgemein gefällt.’ en wat is het verband met ‘mooi’?