In de vroege jaren 1970 had Marina Abramović haar eigen ‘Land Art-moment’. Robert Smithson had toen al zijn Spiral Jetty (1969-1970) voltooid (zie mijn artikel over Land Art en de feuilletonafleveringen 31, 75 en 76). Of de activiteiten van de Land Art kunstenaars van invloed zijn geweest op Abramović weet ik niet, maar iets ervan zal zeker doorgesijpeld zijn naar Joegoslavië.
Abramović beschrijft haar moment van ontsnapping aan de studio in diverse boeken en interviews. Elke versie varieert en het verhaal wordt in de loop van de tijd steeds fraaier, maar de kern blijft gelijk. Ik kies de versie die ze vertelde aan Klaus Biesenbach (boek: Marina Abramović, uitgever Phaidon, ©2008, de mijne is een herdruk uit 2013, p.9):
Op een dag zag ik twaalf militaire vliegtuigen voorbij komen, en zij maakten een ongelooflijke tekening in de lucht. De lijnen verschenen en verdwenen, en toen was er weer blauwe lucht. […] het was een openbaring. Dat was het moment dat ik stopte met schilderen. Waarom zou ik iets moeten gebruiken dat tweedimensionaal is als ik de vrijheid had alles te gebruiken wat ik maar wilde? Ik kon vuur en water en het lichaam en geluid gebruiken.
Sindsdien heeft ze geen kwast meer aangeraakt, vertelt ze Klaus Biesenbach (2013, p.9). In haar memoir Walk through walls staat dat ze toch niet helemaal stopte met schilderen, omdat ze naar de kunstacademie wilde en daarvoor divers werk moest kunnen laten zien (p.38). Hoe het dan ook precies zit, ze gaat in ieder geval experimenteren met geluid in haar studententijd (1972).
In 1973 maakt Abramović Rythm 10, waarbij ze razendsnel met een mes tussen haar gespreide vingers steekt (beschreven in aflevering 88). In 1974 maakt ze:
- Rythm 5, waarbij ze in het midden van een brandende Joegoslavische Rode Ster ligt (beschreven in aflevering 87);
- Rythm 2, waarbij ze zichzelf ‘vergiftigt’ met medicatie tegen acute katatonie (ontregeling van het motorische systeem) en schizofrenie, terwijl ze deze aandoeningen niet heeft;
- Rythm 4, waarbij ze naakt, op haar knieën, met haar gezicht boven een luchtblazer hangt en zich zo de adem laat benemen tot ze bewusteloos raakt en weer bijkomt zonder dat iemand ingrijpt;
- Rythm 0, met de 72 voorwerpen op een tafel (beschreven in aflevering 87).
In WACK! art and the feminist revolution (2007, Mitt Press, London, edited by Lisa Gabrielle Mark) staat vreemd genoeg te lezen dat Abramović haar live performances gebruikt om de breuklijnen van feminisme en kunst in kaart te brengen (p.354, auteur Peggy Phelan).
Hoe valt dat te rijmen met Abramović’ steevaste ontkenning dat ze feminist is?