Data
Van zaterdag 19 tot maandag 21 augustus 2017 hing mijn werk in het hart van ons dorp Chaugey, de kleine kerk Saint-Sulpice. Dit kerkje is al lange tijd het fotografisch middelpunt voor ons dorpsbewoners, onze gasten en andere toeristen. Terecht! Het staat er al meer dan 800 jaar en is fotogeniek.
Gegevens werk en gebruikte materialen
De voor deze korte expositie gekozen werken verhuizen in 2018 naar Berlicum voor de tentoonstelling De kleuren spatten je tegemoet, je kunt dan ook alle info lezen in het blog 2018 Berlicum.
Fondsenwerving
Onze prachtige kerkgebouw staat stevig in de stenen en het metselwerk. De zorg gaat uit naar het interieur: een aantal muurschilderingen uit de vijftiende eeuw zijn hard toe aan een opknapbeurt. Verder is het de bedoeling de vloeren, meubels, antieke kroonluchters en het freeswerk te restaureren. Om de benodigde pecunia binnen te halen staan allerlei activiteiten op stapel, en een expositie met een aantal van mijn werken maakte deel uit van de activiteiten.
Zelf voorbereiden, inrichten en afbreken
Daar stond ik dan, met een bezem in mijn hand, in het gangpad tussen de oude houten banken in een lege vochtige kerk. Ik voelde een wat plechtige sfeer, maar dan de prettige vorm: die van rust, stilte en mijmering. Geen spoor van mijn vroegere akelige ‘kerkgevoel’ van inperking, onvrijheid en benauwd conservatisme.
Die ochtend had ik de grote gouden sleutel van de kerkpoort ontvangen. Zonder verdere plichtplegingen kreeg ik hem zomaar van Philippe, le maire de notre village (helaas is hij vlak voor hij zestig werd overleden). Had ik me voor niks zorgen zitten maken, over hoe het nou moest met de opbouw van de expo. Of beter, met de toegang tot de kerk, die meestal op slot zit. In het volste vertrouwen kreeg ik de sleutel overhandigd van onze burgemeester. En ja hoor, ik mocht doen wat ik wilde, het werk ophangen waar ik wilde, óók op het altaar als ik dat een goede plek vond.
Philippe en ik zochten en vonden in de krochten van de kerk, achter een klemmende deur, een bezem om de boel wat aan te vegen. Thuis (nog geen honderd meter lopen) ging ik een troffel en stoffer en blik ophalen. De troffel was voor het opscheppen van een paar bergen zwaluwpoep. Het was de zwaluwen gelukt een ingang te vinden via de klokkentoren. Terwijl ik aan het vegen was dacht ik ineens: als je me pakweg tien jaar of langer geleden had verteld dat ik op een dag een kerk stond aan te vegen met een bezem, had ik heel hard gelachen!
Al vegende kreeg ik allerlei ideeën over hoe ik de expo zou inrichten, wat ik waar wilde hangen. De hele opbouw van een groot feest van genoegen. Op mijn gemak werkte ik het ene idee na de andere uit. Alles ging vanzelf, niets zat tegen. Op de een of andere manier wist ik precies wat waar moest. Het was fijn om de tijd ervoor te nemen en het was heerlijk om in die rustige ruimte te werken. Af en toe liep er iemand binnen om alvast (de vorderingen van) de tentoonstelling te bekijken. De hectiek en herrie van de opbouw buiten lieten ze op de drempel van de kerk achter zich.
Gedurende de hele tentoonstelling kreeg ik complimenten, opgestoken duimen, vele vragen en een heleboel verhalen. Ontzettend leuk allemaal. Suf genoeg heb ik geen mens op de foto gezet 🙂 Wás het een keer drukte van belang, zie je nog niemand. Nou ja, iets voor de volgende keer dan maar! In dit filmpje krijg je wel een beetje een indruk. Na afloop heb ik mijn kunstwerken weer eigenhandig naar huis gebracht. De bezem staat weer op zijn oude plek, in de krochten van de kerk, achter de klemmende deur.