May Wilson, Untitled, n.d. Red fabric-covered iron, and: Ridiculous Portrait (Statue of Liberty), 1965-1972, Collage.
Hoe schreven de Guerrilla Girls het ook alweer in hun lijstje met dertien ‘voordelen’ die je hebt als vrouwelijk kunstenaar (The Advantages of Being a Woman Artist)? Het is het vierde punt: Knowing your career might pick up after you’re eighty. Dat ‘geluk’ had Louise Bourgeois (1911-2010), haar carrière kwam zelfs al enigszins in de lift toen ze rond de zeventig jaar was. Bovendien werd ze bijna honderd jaar, dus kon ze er zelf ook nog even van genieten. De kunstenaar die ik nu via internet heb opgespoord had dat geluk niet. Pas na haar dood werd ze beroemd. In het artikel dat ik vond wordt ze de grootmoeder van underground art scene in New York genoemd. Toch jammer dat May Wilson (1905-1986) het tijdens haar leven moest doen met een klein groepje bewonderaars. Hoewel ik vermoed dat ze, gezien haar werk, zelf behoorlijk lol had in het maken van haar kunstwerken. Dat is sowieso al behoorlijk prettig.
Het artikel waarover ik het heb vind je hier. Daarin zijn ook wat foto’s van haar werk opgenomen. Echt leuk om die even te bekijken, in het artikel of op mijn pinterestbord. In wat nu volgt wat interessante punten uit het artikel.
In de jaren na haar dood verwierf May Wilson de erkenning die ze bij leven nooit gehad heeft. Ze is ooit beschreven als de heldin van een waargebeurd verhaal over bevrijding. Op twintigjarig leeftijd trouwde ze met een advocaat, waarmee ze twee kinderen kreeg. Als tiener kon ze door familieomstandigheden niet op school blijven en ging ze werken als stenograaf. Dat werk bleef ze tijdens haar huwelijk doen. Ze was in de veertig toen ze begon met correspondence school art classes. Wat volgens mij zoveel betekent als een schriftelijke cursus in kunst. Het zette haar aan tot het maken van mail art, kleine werken die per post verstuurd konden worden. Via haar zoon Bill maakte ze kennis met Ray Johnson, die inmiddels gezien wordt als de ‘vader’ van de mail art. Ray stuurde May kleine tekeningen of collages, die zij dan verwerkte in haar eigen collages en het resultaat weer doorstuurde naar hun groeiende lijst liefhebbers in de kunstwereld. Ray nam het werk van May uiterst serieus, wat haar weer aanzette tot groter zelfvertrouwen en een meer serieuze benadering van haar eigen werk. Ze ging abstracte schilderijen maken van afgedankte vodden en maakte kiekeboe collages met naakten van pin-up foto’s waarover ze zelfgeknipte papieren kleedjes plakte.
Als haar echtgenoot haar niet op haar 61e aan de kant had gezet, dan was ze volgens eigen zeggen tot haar dood óók huisvrouw gebleven. Ze betrok een hotelkamer in New York en zette haar kunstenaarsloopbaan verder uit. Ze verhuisde van de hotelkamer naar een groot studioappartement en raakte bevriend met jonge New Yorkse bohemiens.
Haar appartement was beladen met haar kunstwerken. Hoe ouder ze werd, hoe meer streken ze uithaalde. Op haar zeventigste gebruikte ze als postzegel op haar mailings een door haar aangepaste naaktfoto van zichzelf. Ze werkte veel met gevonden objecten: pumps, strijkijzers, toasters en allerlei andere huishoudelijke voorwerpen. Ze maakte een serie ‘Ridiculous Portraits’ met pasfoto’s van zichzelf (gekke bekken trekkend) geplakt op foto’s van klassieke naakten, de Madonna, modefoto’s, koormeisjes en softpornofiguren. Hoewel ze deze serie maakte ten tijde van het opvlammend feminisme, benaderde Wilson haar werk vooral formalistisch. Ze was op zoek naar interessante vormen en symmetrie, hoeken en compositie. Haar insteek was geen politieke.
Er was één solo-expositie van haar werk in 1972, die goed ontvangen werd maar ze verkocht niets. Daarna verloor ze haar belangstelling voor exposities. Ze trok zeer meer en meer terug, kreeg gezondheidsproblemen en uiteindelijk dementie. Ze overleed in een verzorgingshuis in Manhattan.
Postuum kwam er een solo-expositie (1991) en een retrospectief (2008). Haar werk zit nu in de collectie van het Whitney Museum, Corcoran Gallary of Art, Baltimore Museum of Art en Brooklyn Museum. In de woorden van de auteur van het artikel, Jeff Goldberg: ‘De gedurfde, onstuitbare, soms griezelige, soms hilarische visie van de Grootmoeder van de Underground leeft voort.